Les 23 verbes

posted in: Néerlandais | 0

AcheterAimer

Aller

S’appeler

Avoir

Connaître

Devenir

Devoir

Dire

Être

Faire (construire)

Faire (activité indéfinie)

Obtenir

Parler

Penser

Porter

Pouvoir

Regarder

Savoir

Venir

Vivre

Voir

Vouloir

KopenHouden van

Gaan

Heten

Hebben

Kennen

Worden

Moeten

Zeggen

Zijn

Maken

Doen

Krijgen

Spreken

Denken

Dragen

Kunnen

Kijken

Weten

Komen

Leven

Zien

Willen