AcheterAimer
Aller S’appeler Avoir Connaître Devenir Devoir Dire Être Faire (construire) Faire (activité indéfinie) Obtenir Parler Penser Porter Pouvoir Regarder Savoir Venir Vivre Voir Vouloir |
KopenHouden van
Gaan Heten Hebben Kennen Worden Moeten Zeggen Zijn Maken Doen Krijgen Spreken Denken Dragen Kunnen Kijken Weten Komen Leven Zien Willen |